Bij zoldervloeren die van onderaf worden geïsoleerd, wordt het isolatiemateriaal rechtstreeks op de vloer aangebracht. Het is hierbij van belang dat het isolatiemateriaal goed tegen de onderzijde van de vloer aansluit en dat er geen luchtnaden tussen de vloer en het isolatiemateriaal bestaan. Wanneer het een plankenvloer met open naden betreft, is dit laatste minder relevant. Verder moet er aan de warme zijde, dus onder het isolatiemateriaal, een dampwerende folie worden aangebracht.
Een veel voorkomend alternatief is het vullen van de ruimte tussen het vloerhout en het bestaande plafond met isolatiemateriaal. Vaak wordt dit gedaan met cellulose vlokken die in de ruimte wordt gespoten. Hiervoor worden plaatselijk planken verwijderd of een aantal (bescheiden) gaten in de vloer gemaakt. Aangezien dergelijke producten vochtregulerend zijn, is een dampremmende folie dan niet nodig.
Een ander alternatief is onder de vloer een geïsoleerd verlaagd plafond aan te brengen. De ruimte tussen het isolatiemateriaal en de vloer moet wel worden geventileerd. Dit kan rechtstreeks met buitenlucht of indirect via de met buitenlucht geventileerde zolder.