Dun dubbel glas bij houten ramen

Er bestaan dunne, dubbele glassoorten van 10 tot slechts 7 mm dik. Deze ruiten bevatten meestal een edelgasvulling. Ook bestaan er varianten die gecombineerd worden met een warmte reflecterende coating waardoor het warmteverlies extra wordt beperkt. De mogelijkheden hangen af van de grootte van de ruit. De 7 mm variant is toepasbaar tot een maximaal glasoppervlak van ca. 0,6 m², de 9 mm variant tot ca. 1,0 m² en de 10 mm variant tot ca. 1,2 m². De minimale sponningdiepte is 17 tot 20 mm.

De ruiten kunnen tegen een meerprijs ook niet-haaks besteld worden wanneer er sprake is van scheefstand. De duurzaamheid van dun dubbel glas is (afhankelijk van de kwaliteit van de ruit en de plaatsing) ca. 15 tot 20 jaar omdat het gas dan grotendeels ‘ontsnapt’ zal zijn en de isolatiewaarde dan beduidend lager ligt.

De verbetering van de isolatiewaarde van 10 mm dubbel glas ten opzichte van standaard enkel glas is bij aanvang ca. 67%.

Aandachtspunten:

  • Dun dubbel glas is ook verkrijgbaar met getrokken glas dat minder spiegelend is.
  • De omranding van dubbel glas kan ook zwart of in kleur worden geleverd waardoor het minder opvalt.
  • Zonwerende coatings in of op het glas kunnen een extra spiegelend effect geven. Bij monumenten of panden met een hoge beeldbepalende kwaliteit keuren monumenteninstanties alleen glas toe met een beperkte reductie van de lichttoetredingsfactor (LTA of TL-factor) en zontoetredingsfactor (ZTA of g-factor) en dient het glas zoveel mogelijk de uitstraling van gewoon blank glas te hebben.
  • Bij de dikkere varianten dubbel glas wordt het raam zwaarder; dit kan voor draairamen betekenen dat de scharnieren moeten worden vervangen. Bij schuiframen moeten de contragewichten worden vervangen door veren. Er bestaan ook veersystemen die onzichtbaar in de belegkast kunnen worden geplaatst.
  • Ook als een roede voldoende sponningdiepte heeft kan het zijn dat de roede onvoldoende stijfheid heeft om het zwaardere glas te dragen. Een eventuele mogelijkheid is het aanbrengen van een stalen verstijving aan de achterzijde op de kruisingen van de roeden.
  • Bij glas met een hogere isolatiewaarde (vanaf een U-waarde van 1,6 W/m²K en lager) kan bij steens muren condensvorming optreden op het geveloppervlak. Het isoleren van de gevel kan dit voorkomen. Gevelisolatie kan echter weer bouwfysische problemen geven. Voor richtlijnen hiervoor, zie Gevel

Zie ook Kierdichting bij schuiframen of Kierdichting bij draairamen